Koffie in de trein vind ik een must. Je jas uitdoen in de trein is net zozeer een noodzaak want meestal is het bloedheet in de trein. Je jas uitdoen met een elegante zwaai en daardoor de koffie over je eigen stoel gooien is onhandig in de trein. Geen kleenex in je handtas is dat voor de meeste dames ook. Ik ben soms een dame. Soms niet.
Gelukkig voor mij zitten er twee keurige dames iets verderop. ‘U ziet er beiden uit als mooie, keurige dames. U hebt vast kleenex in uw tas.’
In mijn boek zou ik mijn personages nooit zo’n belachelijke zin in de mond leggen.
Maar het is waar: de twee keurige dames hebben wat ik niet heb, en een minuutje en twee Kleenex later is de stoel behoorlijk droog.
Straks, als de trein in Nijmegen landt mag ik om 14u bij boekhandel Roelants in Nijmegen weer fijn voorlezen uit de Kleenex Kronieken. Dan lees ik over Priscilla die altijd papieren zakdoeken bij zich heeft.
Els Moors, mijn fijne Vlaamse collega en mijn kersverse nieuwe vriendin,
zal zeggen dat ik moet begrijpen dat mijn personages niet verzonnen zijn. Ze zijn namelijk gekomen om mij belangrijke dingen te leren.
Zoals bijvoorbeeld wat leven is.