Welke verantwoordelijkheid brengt activistische kunst met zich mee? – versie 1

Als een kunstbezoeker diep geraakt is, ten goede of ten kwade, is het doel bereikt – meen ik.

Maar vanavond bezocht ik ‘Patente de Corso’ (Vrijbrief) en ben ik het die boos is.
En verward. En verdrietig. En het enige wat ik kan bedenken is er over schrijven want misschien krijg ik dan helder waar het voor mijn gevoel mis ging…
Ik raakte eigenlijk behoorlijk overstuur tijdens de openingsavond van een tentoonstelling in Es Baluard in Palma. Het museum is voor mij een soort van refuge op dit eiland omdat het een van de weinige plekken is waar vaak kunst wordt getoond die het debat uitdaagt en onderwerpen te berde brengt.

Maar vanavond ben ik het die boos is. En verward. En verdrietig.

Op de tentoonstelling van vanavond had ik me enorm verheugd omdat de kunstenaar, Daniel Garcia Andujar zichzelf identificeert als een beeldend kunstenaar, theoreticus en activist. Wat ik in de aankondiging las prikkelde me. Onder andere dit:“Bajo este epígrafe, Andújar ha llevado a cabo una investigación site specific para presentarnos diferentes piezas que apelan a un tiempo y a un espacio común” wat vertaald zoveel betekent als “Onder deze noemer heeft Andújar plaatsspecifiek onderzoek gedaan om ons verschillende stukken te presenteren die een appèl doen op een tijd en een gemeenschappelijke ruimte.” 

Een werk wat mij diep raakte, het tweede werk dat ik zag na binnenkomst, heet Migrantes desaparecidos registrados en el Mediterraneo desde 2014 oftewel Geregistreerde vermiste migranten in de Middellandse Zee sinds 2014, bootvluchtelingen, dat begint met op te tellen van 1 tot en met 24000 zoveel… – Het is een heel sterk werk naar mijn mening en het raakte mij diep.

Welke verantwoordelijkheid brengt activistische kunst met zich mee? - versie 1     Welke verantwoordelijkheid brengt activistische kunst met zich mee? - versie 1

De anonimiteit – dubbelop geabstraheerd door de rode getallen in strakke zwarte lijstjes greep me dubbel zo hard aan.
En terwijl ik de abstracte vorm op me voelde door werken gleden er herinneringen aan me voorbij van zij die wel met naam en toenaam herdacht werden: oorlogsslachtoffers van WOI, WOII, Holocaust-slachtoffers, burgeroorlogslachtoffers, (sommige) genocide-slachtoffers van de Balkan, Rwanda en andere slachtvelden, etcetera.
Om me heen stonden alle witte mensen vrolijk te keuvelen over ditjes en datjes en ik voelde vanuit mijn tenen een woede op komen. Ja natuurlijk speelt op zo een moment zeker mee dat ik dan zoals zo vaak in dit museum de enige Zwarte of een van de drie mensen van kleur maximaal op dit soort avonden ben. Ik voelde me zoals vaker in een directe lijn staan met de anonieme bruine en Zwarte lijven waarover het in dit werk ging. En denk aan hoe mijn vader Europa binnen drong…

En dat de protagonist van de tentoonstelling, een journalist, schrijver en muzikant uit Menorca, wel met naam en toenaam – Deseado Mercadal (Maó, 1911-Maó, 2000) – aan de muur schitterde gaf geen hoop of creëerde voor mij geen aanknooppunt…
Ik kon alleen nog maar verbijsterd kijken naar de keuvelende mensen om me heen, een en al geanimeerd, onverschillig soms ook (want drukker met elkaar te spreken dan met de kunst te observeren – die sommigen die ik sprak geeneens precies begrepen – en zich totaal niet bewust lijkend  of erger: gewoonweg onbewogen onder de horror van de verhalen versus hun/onze privileges.

Wie mij een beetje  kent weet dat ik me opwond en niet kon nalaten mijn ongenoegen te uiten.
De tekst die ik op de website van het museum las, dat ‘de tentoonstelling een soort symbolisch mozaïek of archief samenbrengt waarmee conflict en pijn getraceerd kunnen worden via de meer dan 300 verzamelde beelden’ had mij voor mijn gevoel totaal op het verkeerde been gezet. Ik wond me nog de hele avond op – tot bijna huilen toe.
Zeker toen op het plein buiten de bezoekers zich als hongerige en dorstige drenkelingen op de drank en de hapjes stortten waarna de kunstliefhebbers al proostend een geel protserig paard van een soort van papier maché materiaal gingen prijzen… Een paard van Troje, naar verluidt als zogenaamde aanvulling en/of echo van het verhaal over de anonieme indringers van Fort Europa dat we eerder binnen zagen…

Ik kan me geen vernissage herinneren waar ik me zo awkward heb gevoeld én te midden van een groep bourgeois mensen die totaal geen connectie leken te maken met het verhaal wat verteld. Mijn vrienden leken er ook niet koud of warm van te worden en volgens hen lag het aan het publiek van de Nit de l’art – wat ik niet kon weten want ik kwam voor het eerst…  Een vriendin zei: ‘De meeste mensen die op de Nit de l’art afkomen zijn snobs die het hele haar nooit kunst kijken en alleen vanavond komen… – in de eerste plaats voor gezelligheid en wijn…’ – WOW.
Ik meen dat activistisch kunstenaarsschap ook een verantwoordelijk met zich meebrengt:
‘Welke gemeenschappelijke ruimte en tijd creëer je tezamen met je verhaal en je publiek?
Of ligt de blaam bij de curator die ervoor koos dit confronterende werk bloot te stellen op een avond waar het gros van het publiek meer interesse heeft in de hapjes dan in de kunst?

Nu, uren later, thuis en erover schrijvend en denkend, ben ik nog steeds van slag. Misschien moet ik nog teruggaan in een andere sfeer.

Nu, uren later, thuis en erover schrijvend en denkend, ben ik nog steeds van slag.
Ik ben woest maar overweeg ook wel op een andere dag terug te gaan. Want de woede die ik voel, overkomt me niet vaak.
‘Nothing about us, without us’ herhaal ik als een mantra. En ‘When it’s about us it must include us’
Deze Daniel Garcia Andujar noemt zich net als ik ook activist en lees ik :  ‘door interventies in de openbare ruimte en een kritisch gebruik van digitale media en de communicatiestrategieën van de bedrijven die ermee verbonden zijn, schommelt zijn theoretisch en artistiek werk tussen reële (de stad) en virtuele (het internet) territoria.” En oh ja: hij werkte internationaal met kunstenaars en sociale groepen… ‘Nothing about us, without us’, ‘When it’s about us it must include us’, waar waren de mensen waarover het gaat vanavond. De indringers, zij die overstaken en overleven aan de randen van de maatschappij. Mensen zoals wijlen mijn vader. Waar waren ze?

Ik open de link naar de tentoonstelling en lees : “Het project richt zich, zoals gebruikelijk in zijn  werk, op de noodzaak om de geschiedenis te herzien en te herschrijven, om te herkennen hoe diefstal en plundering niet alleen plaatsvinden na de permissie van een vrijbrief, maar ook in officiële geschiedenissen en vooral bij de moment waarop we mensen hun rechten, herinneringen en identiteit ontnemen.”

… … …

Is wat hier opgeschreven staat precies wat er gebeurde? Gaf de kunstinstelling de kunstenaar de vrijbrief en stond ik er als toeschouwer middenin, erbij, en er naar kijkend terwijl 2400zoveel mensen en al diegenen na het moment van registratie hun rechte, herinneringen en identiteit ontnomen werd terwijl de plaatselijke politici en bourgeois Palma wijntjes klonken?
Dehumanisering als consumptie-object? Objectivering van drenkelingen – zowel overlevend als dood?
Is de woede die bij mij ontstond precies wat de kunstenaar beoogd heeft?
Ben ik er in getrapt?
Of erger: ben ik de enige die dit heeft opgepikt?

Ik weet het niet en ben verward. En boos.
Ik ga nog een keer terug denk ik.

In stilte en in rust.
En daarna werk ik deze blog uit tot een essay.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Welke verantwoordelijkheid brengt activistische kunst met zich mee? - versie 1

Stay In Touch

NESKE