EEUWIGDUREND, FOR SURE

Zonet, iets na middernacht, zag ik in het programma Bar Laat op Youtube een gesprek met Maaike Pereboom over de heruitgave van ‘Door Eigen Hand’ van Joost Zwagerman, de bundel uit 2005 met artikelen en essays over zelfdoding.
Zwagerman is een bekende voor de meeste mensen in Vlaanderen en Nederland, maar voor mijn enkele Spaanse lezer hier even ter toelichting: Joost Zwagerman is een bekende Nederlandse schrijver en hij pleegde in 2015 zelfmoord.
Joost, Maaike en ik waren bevriend in de jaren voor Joost uit het leven stapte en Maaike te zien en horen vertellen over Joost en die heftige tijd in haar leven slingerde me 13 jaar terug in de tijd… Het is precies zoals Maaike hem beschrijft: Joost was ook een lieve, energieke, vrolijke man. Een extreem geestige man ook, die met zijn geweldige imitaties van verschillende figuren uit de kunstwereld ons vaak tot huilen toe aan het lachen wist te maken. Dit vaak aangevuld met hilarische anekdotes en verhalen – ja ook roddel- en achterklap – maar altijd afgewisseld met inhoudelijke discussies over literatuur en kunst.
En anderzijds was er ook die schaamte en angst die hem er bijvoorbeeld ervan weerhield om op de verjaardag van mijn toenmalige partner (een van zijn beste vrienden) met zijn vieren naar de sauna te gaan. Ik deed daar toen wat plagerig en lacherig over en begreep de omvang van die schaamte niet toentertijd. Eigenlijk denk ik dat ik de tragiek van deze schaamte en angst versus wereldberoemd zijn in Nederland pas écht begreep toen ik jaren na zijn dood ‘Voor Alles‘ van Wende de eerste keer hoorde…

Mijn allerliefste vriendin Sylvia, oud-klasgenoot van Joost, die een maand na de zelfmoord van Joost middels euthanasie een einde maakte aan haar ziektebed van ALS, vroeg mij op haar sterfbed aan de Alkmaarderhout me zijn gedicht ‘Het Eeuwigdurend Park’ aan haar voor te lezen. Een gedicht waarin gek genoeg al onze levens leken samen te komen.
Nu, bijna 10 jaar later, nog steeds bizar om terug te lezen…

De jaren 2014 -2015  waren intense jaren waarover ik als schrijver jaren niet kon schrijven.  Er was zoveel ziekte en dood in mijn leven in betrekkelijk korte tijd. En nu pas, een decennium later, lijk ik er beetje bij beetje aan toe te komen om daar met enige afstand vorm aan te kunnen geven. Het was een periode die voor mij fundamenteel levensveranderend is geweest en die de basis vormt voor mijn keuze me terug te trekken uit de rat-race van het leven in de grote stad. Een keuze die – weet ik nu – de beste was voor mijn gezond en mijn kunstenaarschap.
Er over schrijven nodigt uit tot veel reflectie. Ook omdat ik echt een andere Neske was – nog lang niet zo uitgesproken, kritisch en activistisch als ik later werd. Racisme en Blackness hadden natuurlijk toen ook al een plek in mijn werk, maar in gesprekken met Joost over bijvoorbeeld Anil Ramdas, nam ik zeker niet zulk een kritisch perspectief in als ik nu zou doen. Die mildheid was wellicht ook juist constructief omdat het bij Joost na de zelfmoord van Anil, begin 2013, een openheid genereerde tot gesprekken waarin ik kon zien hoe beide mannen eigenlijk voor het doel van polemiek aan de talkshowtafel via hun gezamenlijke kracht en pijn tegen elkaar zijn uitgespeeld.
Later, einde 2013 toen twee CVA’s me troffen en ik in de daaropvolgende lente besloot mijn relatie  te beëindigen, waren Joost en Maaike – maar voornamelijk Joost – een van de weinige gemeenschappelijke vrienden die me mijn verhalen aanhoorden en die me troostten…

Het Eeuwigdurende Park
Ooit zag ik hoe een man uit een klok kroop.
Onder bloemenwijzers had hij een provisorisch bed.
Het was en bleef half vijf toen hij tevoorschijn kwam.
De bewoner had de wijzerplaten stilgezet.

Vlakbij Zandersloot en begraafplaats Barbara
bevond zich de parkklok van louter planten.
Zo stond in De Hout de tijd in volle bloei,
Minuut en uur waren leeuwenbekjes en chrysanten.

Onder de bloemenklok was ruimte voor het mechaniek.
Je kon er liggen, zij het opgekruld en half gebogen.
Zo bood de klok in bloei onvermoed een onderdak.
’s Ochtends wreef je het stuifmeel uit je ogen.

De wijzers die ooit liepen bleven staan op half vijf.
Tijdverloop raakte op dat uur in bloemenkramp.
Altijd op hetzelfde spelmoment een score van AZ.
Altijd was half vijf de voedertijd in hertenkamp.

Op hetzelfde tijdstip kwam een rouwstoet langs.
Iemand was ontslapen op etage twee in Westerlicht.
Ook was het half vijf toen ik mijn lief omhelsde.
Alles voorgoed stilgezet, bloemenklok als vergezicht.

Is het in De Hout vierhonderd jaar half vijf geweest?
Zijn de bomen van voorbijgaand groen ontstegen aan de tijd?
Je wandelt door het park als door het absolute hier en nu.
Je wandelt om half vijf door Alkmaars eigen eeuwigheid.

-Joost Zwagerman 2007

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

EEUWIGDUREND, FOR SURE

Stay In Touch

NESKE