Leesdag, studiedag.
Wie citeer ik?
“Poëzie wil datgene grijpen wat er achter het dagelijkse proza bestaat.
De vrouw is een uiterst poëtische realiteit omdat de man in haar alles projecteert wat hij zelf niet verkiest te zijn.
Zij belicht de Droom.
De droom is voor de man de meest intieme en meest vreemde tegenwoordigheid; dat wat hij niet wil, wat hij niet doet, maar dat waarnaar hij streeft en nooit kan bereiken. De mysterieuze Ander, die de diepste immanentie en de verste transcendentie tegelijk is, leent haar trekken aan de Droom.”