Hallelujah en Alhamdullilah (het betekent hetzelfde)

Ik las een post op Linked-In die zo goed de verdeeldheid die we voelen beschreef, dat ik dacht: ik moet schrijven. Het is bijna vier uur ‘s nachts en ik zit rechtop in bed met mijn laptop op schoot en ik denk aan Toni Morrison en dat ze het liefste op dit uur schreef. Dan was haar hoofd het helderst… Of ik helder ben nu weet ik niet, maar ik voel wel dat ik dat net was. Maar op het moment dat ik wil beschrijven wat ik voel, word ik overweldigd door terughoudendheid en loyaliteit. Verschillende loyaliteiten en ook: schuldgevoel.

Er is een collectief, groot en terecht schuldgevoel jegens de Joden.
Er is veel empathie en verbinding naar Oekraïeners toe.
En laten we eerlijk zijn: er is maar weinig collectief, groot schuldgevoel jegens Palestijnen, Iraniërs, Sudanezen, Congolezen en alle anderen die nu lijden onder oorlog en destructie.
Hoe dat komt en/of nadenken over hoe dat komt geeft je hoofdpijn, ik weet het. Maar dat heeft alles van doen met witheid, narratief, wat we onszelf vertellen en over wie. En wie de rol van de slechterik en de goede krijgt toebedeeld. Dat mensen altijd allebei tegelijk zijn, dat horen we blijkbaar liever niet…

Hallelujah, zong de Israelische groep Milk and Honey op het songfestival van 1979. Ik was zeven en keek naar mijn oma die met betraande ogen naar de televisie keek en iets zei over dat arme Joodse volk dat zoveel had doorstaan. Misschien zei ze ook de woorden ‘Nooit weer’, maar dat herinner ik me niet meer. Wat ik wel weet is dat ik als kind het liefste Joods wilde zijn en dat dit werd ingegeven door de mystieke gevoelens die het leven in de Joodse buurt van Antwerpen bij me opriep. Ik leerde al heel jong over de hel van WOII en mijn hart en ziel, loyaliteit en compassie lag bij de Joden – zij die zoveel hebben meegemaakt. En dat is nog steeds zo. Dat blijft.

Maar… – en alleen al deze maar maakt dat ik me op glad ijs begeef – wat ik me niet realiseerde is dat ik nooit nadacht over de Anderen. Zij die op mij lijken qua kleur en die net zoals mijn voorouders van vaders kant bidden tot Allah. Hun verhaal kende ik niet. Laat staan dat er ooit een lied met de titel Alhamdulilah het songfestival won of zou winnen.
Over de Palestijnse zaak heb ik amper iets gehoord toen ik een kind was en de enige Palestijn die ik me herinner uit het nieuws van mijn kindertijd is Yasser Arafat, maar die vond ik raar, met die sjaal op zijn hoofd. Wat het verhaal achter hem en zijn volk was… niks over gehoord destijds.

Wat een keppeltje was, wist ik wel En dat de Joodse vrouwen die ik schoenen verkocht als tiener in de Joodse wijk pruiken droegen wist ik ook. Wat een keffiyeh was behalve een zwart-witte sjaal die ik alternatieve types om hun nek zag slaan: heel lang wist ik het niet. En om het verhaal achter het Palestijns-Israelisch conflict te leren moest ik vier decennia wachten en iemand tegenkomen die me Ilan Pappe in de handen drukte.

Ik ben niet het prototype van het goed ingelicht opgevoede kind – we hadden thuis geen krant. Wat ik van de wereld leerde als kind, was wat ik zag op de tv. Dus vergeef me: dat ik zo lang onwetend was.
En nu ik dat niet meer ben en opsta tegen de genocide door Israel, voel ik ook de knoop in mijn buik omdat ik weet dat ik daarmee de wond van sommige Joden openhaal, hun angst om weer vermoord te worden open haal. Intergenerationeel trauma is zo gecompliceerd, weet ik als therapeut die zich al jaren in trauma verdiept. En alhoewel het bij de Palestijnen en de Joden aan de oppervlakte en in de diepte pijn doet, zijn we allemaal verbonden met dit verhaal. En dus eigenlijk allemaal getraumatiseerd door onze loyaliteiten, onuitgesproken belangen en onze angst om iemand pijn te doen.
Misschien had ik de onmacht en het schuldgevoel beter begrepen als mijn oma het lef had gehad te vertellen over hoe het voelde als jonge vrouw verplicht tewerkgesteld te zijn in Duitsland. Maar ze zweeg…
En het is denk ik, in  al die monden die zwegen en die daar liggen op de kerkhoven in hun graf of uitgestrooid als as… dat een deel van onze onmacht ligt om hoe we hier mee om moeten gaan.
Laten we vaker praten. Of in ieder geval proberen woorden te vinden voor de pijn en het schuldgevoel. Dus JA ik zie je Joodse broeder, maar ook JA zie ik jou Palestijnse zus. En al wie zich met een van hen beiden verbonden voelt, of zoals ik, met allebei…

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Hallelujah en Alhamdullilah (het betekent hetzelfde)

Stay In Touch

NESKE