Kijk even naar de trailer…
Ik had een witte (kweek)moeder, die mijn grote liefde is.
Mijn biologische moeder is half Indigenous- én Afro-Amerikaans, maar is whitepassing.
Mijn biologische oma was een witte vrouw en door mijn bruine huidskleur heen lijk ik op haar: mijn moeder en ik hebben beiden haar lange gezicht. Mijn hele leven lang had ik witte vriendinnen. Ja, ik denk dat Regina in mijn tienerjaren mijn eerste bruine vriendin was. En later Babs in mijn twenties, toen ik bijna dertig was, en alhoewel ik de afgelopen twintig jaar steeds meer bruine en Zwarte vriendinnen kreeg, weet ik dat mijn moeder(s) en mijn jeugdvriendinnen de basis zijn van mijn liefde voor de witte vrouw.
Ik heb mezelf er laatst op betrapt dat ik mijn witte vriendinnen en Zwarte vriendinnen strikt gescheiden hou…
Nou ben ik van nature al iemand die erg 1 op 1 is in vriendschappen. Maar als ik een etentje met vriendinnen organiseer, doe ik dat liefst apart van elkaar – en ergens is dat iets waar ik me als dubbelbloed om schaam… – deepdown.
Maar het zijn dus ook na vijftig jaar, nog steeds twee strikt gescheiden werelden.
Dus vorige week vroeg ik een van mijn beste vriendinnen (een witte vrouw, ja) om raad over iets dat met een (on)bewuste bias jegens mensen van kleur heeft van doen. Je kan het zelfs institutioneel racisme noemen. – afhankelijk van je ervaring en perspectief…
Pas nadat ik haar advies twee keer beluisterd had (het ging via de app), besefte ik dat ik weer in mijn eigen val was getrapt. Want ik ik kan haar niet verwijten dat haar witte privilege haar ervan belet het racisme of de bias in het verhaal te herkennen. Hoezeer ze ook van mij houdt en hoezeer ze ook met mij meevoelt.
Ik keek naar de documentaire Deconstructing Karen en besefte hoe vaak ik mijn witte vriendinnen vergeef dat ze rücksichtslos aan mijn ervaring voorbij gaan… Eigenlijk heb ik mijn hele kindertijd en jeugd niet anders gedaan dan dat. Als zij zeiden: ‘Ja maar dat kan geen racisme zijn, want precies datzelfde gebeurde mij ook laatst.’, dan nam ik dat voor waar aan.
Ik nam nooit écht in acht dat de Zwarte vrouwelijke ervaring anders is dan de witte vrouwelijke ervaring.
Tot ik Echo schreef, waarin ik het in zowat elk essay heb over de positie van de Zwarte vrouw, en ik schoorvoetend toegaf dat ik te lang gedaan heb alsof ik net als zij was. Als overlevingsmechanisme natuurlijk.
Ondertussen heb ik tig boeken van andere Zwarte vrouwen en vrouwen van kleur over dit thema en aanverwante thema’s gelezen. En toch gebeurt me iedere keer weer dat ik in dezelfde val trap.
De val die ik zelf opzet : namelijk dat ik hen raad vraag over zaken waar zij écht nooit tegenaan liepen, lopen of zullen lopen.
Dat is wellicht een vorm van masochisme. En het is duidelijk mijn onbewuste vlek. Au.
De erfenis van me spiegelen aan de mama’s en de tantes. Er was in mijn kindertijd maar één Zwarte vrouw (op wie ik dan ook wel smoorverliefd werd… de prachtige Thais-Afro-Amerikaanse vrouw van mijn peetvader. Ze heette Oei – what’s in a name)
Vrijdag volgde ik een workshop over gendergeweld (geweld tegen vrouwen zeg maar). En die werd gegeven door een charmante jonge man. Ik zette me schrap tegen mansplaining, maar Enrique ontzenuwde mijn angst door te zeggen dat hij ons dingen kon vertellen over gendergeweld maar dat hij nooit vanuit onze ervaring kon spreken, simpelweg omdat hij een man is. Klaar.
Zo simpel kan het zijn, dacht ik.
En ‘s avonds keek ik nog maar weer een keer naar Deconstructing Karen. – Aanrader die film…
Ik heb hem niet gehuurd maar gekocht, omdat ik wistdat ik nog een paar keer zal moeten kijken om het echtig in het echtig te kunnen en willen zien…
Want als dubbelbloed die bij witte mensen is opgevoed ben ik geïndoctrineerd (en verdoofd) door witte suprematie.
Dat weet ik al sinds ik Witte Suprematie & ik van Layla F. Saad mee vertaalde, back in 2020.
De angel eruit halen terwijl ik de liefde wel bewaar kost veel geduld, heldere grenzen en tijd.
Als ik ooit een vervolg op Echo schrijf, heet het OH OH OH.