Ik ben in dubio.
En dat ben ik al best lang…
Mallorca werd in 2018 na een jarenlange romance met Ibiza en een levenslange grote liefde met Formentera het eiland dat ik mijn echtgenote noem. Een verbintenis zonder highs and lows noemde ik het.
En vooral de plek waar mijn schrijverschap de juiste bedding vond.
Ik leerde vanaf 2017 behoorlijk goed Castellano spreken (alleen literair en filosofisch ben ik nog ondermaats, maar in het algemeen roer ik een aardig mondje wat men in mijn thuislanden Spaans noemt spreken… Let wel Spanje herbergt 7 talen lieve mensen: Castellano, Catalaans, Euskera, Aranees en Galicisch (officieel) – en Aragonees en Asturisch als niet-officiële talen. Mijn missie is met taal en woorden vorm geven.
Dat maakt dat ik zo graag hier ben, weet ik. En dat ik ook nog steeds hier wil zijn… alhoewel dus enigszins in dubio.
Mallorquin is een variant van Catalaans. Ik begrijp het behoorlijk goed, maar niet alles. Ik zat op Catalaanse les, maar stopte omdat het me te traag ging… Maar onderliggend ligt een worsteling met de zin, de goesting om de taal te willen leren. Dat speelt sinds mijn botsing met de dorpsmentaliteit en het machista gedrag in mijn leefomgeving dat ik ervoer sinds een van hen mij stalkte.
Omdat het eiland dus mijn eega is en mijn beste vrienden hier ,geboren en getogen Mallorquin zijn doet dat pijn.
Ik ervaar aan den lijve dat de zin om een taal te willen leren rechtstreeks via het hart gaat.
Mijn liefde voor de Mallorquin zelf is tanende sinds ik merkte dat ze vooral van mij hielden omdat ik van hen, hun taal en hun cultuur hield en hou. Nu ik door de rechtszaak en hoe ze daar mee om gingen henzelf wat minder ging omarmen, minder bewondering hun kant opstuurde en minder mijn best ging doen om te integreren, zie ik pas helder dat de meeste Mallorquin eigenlijk geheel niet geïnteresseerd zijn in wat van buiten het eiland komt. Dus ook niet in mij…
Hun gedrag is deel van het isleña/o/x zijn, weet ik en ik heb zelf ook een deel van dat gedrag geïnternaliseerd – maar wel met het grote verschil dat ik geïnteresseerd blijf in andere culturen én in de buitenwereld.
En vooral confrontaties nooit ontwijk. En direct communiceer.
En in tegenstelling tot de meesten van hen bovengemiddeld empathisch ben.
Het spiegelt mijn jeugd en gezinssituatie weet ik. Dus ik besef waarom ik me hier thuis voel en wat ik hier te leren heb.
En eerlijk is eerlijk: ik ben ook blij als ik Sa Roquetta (de rots) zie vanuit het vliegtuig als ik thuiskom. Ik mis Mallorca ook altijd als ik elders ben. Ik ga nog nét niet met Kellly’s op reis (Mallorquin crackers die deel zijn van het dagelijkse dieet van de Mallorquin), maar ik ben hier wel een echte eilandbewoner geworden, een isleña.
En dat zorgt voor een voortdurende tweestrijd in mijn hart. Op het eiland willen zijn en ervanaf willen
Het willen leren van de taal en het niet willen leren van de taal.
Ik hou énorm van Castellano, het is de taal waarin ik het liefste denk, leef, voel en lief heb.
Maar het is (ook) de taal van de onderdrukker, én – gruwelijk genoeg – de taal die de rechtsen en extreem-rechtsen, de fascisten voorop willen stellen zoals Franco destijds deed: als enige taal des lands. Die daad heeft nog steeds enorme gevolgen voor het taalbewustzijn in dit land, zoals bijvoorbeeld doblage bij buitenlandse speelfilms en series die de meest bewoners van Spanje normaal vinden. Sommige vrienden – zelfs ook enkelen uit de kunstwereld – zweren erbij en vinden het prachtig. Ik vind het afschuwelijk.
Ja, al denkende en schrijvende begrijp ik steeds beter waarom taal voor mij zo belangrijk werd, juist sinds ik hier veel
Maar tegelijk ben ik ook lost in translation.